Monitor niet-gebruik toeslagen
In dit rapport wordt weergegeven hoeveel mensen in 2021 toeslagen misliepen waarop zij wél recht hadden. Het gaat om de zorgtoeslag, huurtoeslag, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag. Uit het rapport blijkt dat niet-gebruik een groot probleem is: bijna 600.000 mensen lieten de zorgtoeslag liggen en bijna 174.000 huishoudens de huurtoeslag. Het rapport biedt een landelijk overzicht van het niet-gebruik, inclusief verschillen tussen groepen huishoudens en personen op basis van leeftijd, inkomen en het plaatsvinden van belangrijke levensgebeurtenissen. Daarnaast biedt het rapport een uitleg over de aanpak van de opzet van de monitor niet-gebruik toeslagen en een gedetailleerd stappenplan voor toekomstige monitoring.
Op basis van analyses zijn schattingen gemaakt voor het niet-gebruik per toeslag. De resultaten laten zien dat:
- Het niet-gebruik van de zorgtoeslag wordt geschat op 11,8% (595.826 huishoudens)
- Het niet-gebruik van de huurtoeslag wordt geschat op 11% (173.832 huishoudens)
- Het niet-gebruik van het kindgebonden budget wordt geschat op 8%
- Het niet-gebruik van de kinderopvangtoeslag wordt geschat op 3,4%
Daarnaast is uit analyses gebleken dat:
- Niet-gebruik vaker voorkomt bij hogere inkomens, zelfstandigen, paren zonder kinderen, private huurders en ouderen.
- Het niet-gebruik hoger is als er ook niet-gebruik is bij één van de andere toeslagen.
- Bedragen die gemist worden vaak hoog zijn: bij de huurtoeslag gemiddeld € 2.700 per huishouden.
Wat kun je ermee in de praktijk?
Gebruik de cijfers om beleid en uitvoering scherper te richten: wie loopt risico en waar is extra communicatie of ondersteuning nodig? Denk aan betere voorlichting, proactief informeren bij life-events en samenwerking met landelijke partijen. Het rapport helpt ook om lokale regelingen (bijvoorbeeld minimabeleid) te spiegelen aan het landelijk beeld.
Voor wie is het relevant?
Het is interessant voor beleidsmedewerkers en uitvoerders in armoede- en schuldenaanpak, participatie en inkomensondersteuning. Voor gemeenten is het nuttig om risicogroepen te herkennen en beleid beter af te stemmen op inwoners die inkomensondersteuning nodig hebben. Het is minder relevant als je uitsluitend op zoek bent naar lokale cijfers of individuele casusaanpak, of wanneer je interventies zoekt die direct op oorzaken van niet-gebruik ingaan. Het rapport geeft vooral een landelijk beeld en trends, geen verklaringen of oplossingen op maat.