Als kind opgroeien in onzekerheid
Dit rapport gaat over de kwaliteit van leven en ontwikkeling van kinderen die leven in armoede,. Het rapport is gebaseerd op tien jaar onderzoek onder bijna tienduizend kinderen, waarvan 628 opgroeien in armoede, en is uitgevoerd door de Kinderombudsman. Het doel van het onderzoek is om inzicht te krijgen in hoe kinderen hun leven ervaren en welke gevolgen armoede heeft voor hun welzijn en toekomst. Het onderzoek is uitgevoerd door kinderen vragen te stellen over veertien onderwerpen die te maken hebben met de kwaliteit van hun leven. De aanleiding voor het rapport is dat er de afgelopen jaren weinig verbetering in het leven van kinderen met armoede is te zien, waardoor er grote behoefte is aan ander beleid waarbij het welzijn en de toekomst van kinderen in armoede centraal staat.
De belangrijkste conclusies en aanbevelingen van het rapport zijn:
- Kinderen in armoede geven hun leven een lager cijfer dan leeftijdsgenoten met genoeg geld thuis.
- Kinderen in armoede die hun leven een onvoldoende geven hebben vaker te maken met multiproblematiek. Zo hebben zij vaker te maken met ruzie of geweld thuis, hebben zij vaker gescheiden ouders of ouders met psychische problemen of een verslaving, en ervaren zelf ook vaker psychische problemen en krijgen vaker Jeugdhulp. Dit beïnvloedt hun kwaliteit van leven.
- Gemeentelijk beleid dat zich beperkt tot materiële hulp, zoals hulp met geldzaken of het aanbieden van schoolspullen, schoolontbijt of sportabonnementen, is niet voldoende en effectief genoeg om kinderarmoede aan te pakken.
- De Kinderombudsman pleit voor een specifiek op kinderen gericht integraal armoedebeleid dat alle levensdomeinen omvat (gezin, school, buurt, zekerheid).
- De Rijksoverheid en gemeenten moeten in gesprek gaan met kinderen om begrip te krijgen van de levensgebieden waarbij kinderen hulp nodig hebben en moeten hun perspectief standaard meenemen in besluiten.
- Ouders hebben naast financiële ook opvoedingsondersteuning nodig om de kwaliteit van leven van kinderen in armoede te verbeteren. Armoedebeleid moet zich hier dan ook op richten.
Wat kun je ermee in de praktijk?
Voor gemeenten laat het rapport zien dat armoedebeleid verder moet gaan dan losse voorzieningen. Het vraagt om een integrale aanpak, met samenwerking tussen afdelingen werk & inkomen, jeugdzorg, onderwijs en wijkteams. Professionals kunnen de 14 omgevingsvoorwaarden gebruiken om samen met gezinnen in kaart te brengen wat er speelt. Ook is het cruciaal dat kinderen zelf hun stem laten horen over wat zij nodig hebben.
Voor wie is het relevant?
Dit rapport is relevant voor beleidsmakers en uitvoerend professionals in het sociaal domein die werken aan armoede, schulden en jeugdhulp. Het biedt handvatten voor gemeenten om bestaand beleid aan te scherpen en beter te richten op het welzijn van kinderen. Ook voor landelijke beleidsmakers en bestuurders is het rapport belangrijk, omdat het duidelijk maakt dat structurele veranderingen nodig zijn om kinderarmoede echt te doorbreken.