Doelgroep banenafspraak: op papier arbeidsvermogen, in de praktijk vaak geen reële kans op werk

De Nederlandse Arbeidsinspectie onderzocht waarom een groot deel van de mensen in de ‘doelgroep banenafspraak’ langdurig niet aan het werk komt. De aanleiding was de constatering dat 35 procent van deze groep in drie jaar tijd niet heeft gewerkt. Het doel van het onderzoek is te verklaren waarom zij niet werken en wat nodig is om hen wel te helpen.

De Arbeidsinspectie concludeert dat een substantieel deel van deze groep op papier wel arbeidsvermogen heeft, maar in de praktijk geen reële kans op werk. De belangrijkste conclusies zijn:

• 35 procent van de doelgroep heeft tussen 2019 en 2022 niet gewerkt.
• Er is vrijwel altijd sprake van multiproblematiek: een combinatie van fysieke, psychische of verstandelijke beperkingen en andere problemen zoals schulden.
• Medewerkers van UWV en gemeenten hebben onvoldoende tijd voor de intensieve begeleiding die deze groep nodig heeft.
• Het doorzetten van re-integratie voor mensen die dit niet kunnen, legt onnodige druk op hen en gaat ten koste van de tijd voor mensen die wel kunnen werken.

Wat kun je ermee in de praktijk?

De publicatie dient als onderbouwing voor beleid en uitvoering. Het biedt achtergrondinformatie die de spanning blootlegt tussen de beleidsaanname (dat deze groep kan werken) en de weerbarstige praktijk. Je kunt het rapport gebruiken ter verantwoording om de beschikbare tijd en middelen effectiever in te zetten: (intensieve) begeleiding voor wie kan, en het accepteren van andere vormen van participatie voor wie niet (meer) kan werken.

Voor wie is het relevant?

Het rapport is relevant voor zowel beleidsmedewerkers als uitvoerende professionals (consulenten) in het domein Werk en Inkomen. Het raakt direct aan de uitvoering van de Participatiewet en de banenafspraak.