Een brede blik op bijstand
Mensen in de bijstand hebben vaak meer problemen dan alleen het vinden van werk. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) laat in de publicatie Een brede blik op bijstand zien dat er vaak sprake is van een stapeling van problemen , bijvoorbeeld op het gebied van gezondheid, schulden of sociale netwerken. De huidige Participatiewet richt zich vooral op uitstroom naar betaald werk. Voor veel mensen is dit echter geen reëel perspectief. Dit kwantitatieve onderzoek biedt kennis voor de discussie over de herziening van de wet en kijkt breder naar de ondersteuning die mensen krijgen vanuit het gemeentelijk sociaal domein.
Uit het onderzoek blijkt dat mensen met complexe problemen, en mensen die lang in de bijstand zitten, juist de minste ondersteuning krijgen vanuit de Participatiewet. Hoewel een deel ondersteuning krijgt vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) of de Jeugdwet , ontvangt een aanzienlijke groep (zoals ouderen) helemaal geen ondersteuning vanuit het sociaal domein. Het SCP doet de volgende aanbevelingen:
- breng de brede ondersteuningsbehoefte van mensen in kaart, niet alleen de werkbehoefte;
- zet een breder instrumentarium in, zoals administratieve hulp of een life-coach;
- stem de wettelijke kaders (Participatiewet, Wmo en Jeugdwet) beter op elkaar af om verkokering tegen te gaan;
- focus niet alleen op betaald werk, maar ook op andere vormen van maatschappelijke participatie.
Wat kun je ermee in de praktijk?
De publicatie dient als achtergrondinformatie en onderbouwing voor gemeentelijk beleid. Het biedt concrete aanknopingspunten om de lokale dienstverlening te heroverwegen. Je kunt de inzichten gebruiken om de intake breder in te richten, zodat je zicht krijgt op alle levensdomeinen. Het rapport ondersteunt een verschuiving van een ‘werk-eerst’-aanpak naar een life-first-benadering, waarbij je eerst stabiele leefomstandigheden creëert voordat de focus op werk komt.
Voor wie is het relevant?
Dit rapport is relevant voor beleidsmedewerkers bij gemeenten, met name op het terrein van de Participatiewet, Wmo en armoede. Het helpt bij het ontwikkelen van integraal beleid. Ook voor uitvoerende professionals, zoals klantmanagers en medewerkers van sociale wijkteams, is het nuttig. Het biedt herkenning en onderbouwing voor de (levens)brede aanpak die nodig is voor inwoners met een stapeling van problemen.