Spring naar content

Segmentatie en doorstroom bij schulden

Hoe verschillen klanten onder bewind en in de schuldhulp van elkaar en wat bevordert doorstroom tussen voorzieningen?

16 januari 2023

Het lectoraat Schulden en Incasso van de Hogeschool Utrecht heeft onderzoek uitgevoerd naar personen die een beroep doen op bewindvoerders en schuldhulpverleners. Aan dit onderzoek getiteld, Segmentatie en doorstroom bij schulden, namen deel: 258 personen in minnelijke en wettelijke schuldregelingen of onder bewind, 31 schuldhulpverleners/ bewindvoerders en andere professionals werkzaam in het sociaal domein. Deze drie klantgroepen zijn voor het eerst vergeleken op gedrag (denk-en doenvermogen). De inzichten kun je inzetten binnen het hulp- en dienstverleningsaanbod.

Profiel van mensen in bewind

Uit het onderzoek hebben de onderzoekers geconcludeerd (overigens conform verwachtingen vooraf) dat een persoon die onder bewind staat:

  • Lagere financiële vaardigheden heeft ten opzichte van mensen met een
    Wsnp-bewindvoerder;
  • een geringer vermogen heeft om te plannen  en opzichte van de groep met een Wsnp-bewindvoerder;
  • een geringer vermogen heeft om emoties en gedrag te reguleren  ten opzichte van de groep in een schuldregeling en ten opzichte van de groep met een Wsnp-bewindvoerder;
  • een lagere gezondheid heeft ten opzichte van de groep in een schuldregeling;
  • meer financiële schaarste ervaart ten opzichte van de groep in een schuldregeling.

Vijf factoren die doorstroom belemmeren

Uit de interviews met de professionals destilleren de onderzoekers vijf overtuigingen die volgens de betrokken professionals de doorstroom van bewind naar schuldhulp belemmeren:

1. Cliënten tonen niet het gedrag dat nodig is om door te stromen.
     Hierbij rijst de vraag bij de onderzoekers of de toelatingsvoorwaarden misschien te
     streng zijn.

2.  ‘Harde’ toelatingsvoorwaarden en beschikbare kennis daarover.
      Het gevolg hiervan is dat hulpvragers te lang blijven hangen bij zowel bewindvoerders als
      minnelijke schulphulpverleners. Het NVVK-project ‘Minder regeldruk, klant voorop’ speelt
      hierop in.

3. Stroefheid in overdracht en samenwerking
    Hierbij helpt het om met elkaar in gesprek te gaan over doorstroming. Om heldere
    samenwerkingsafspraken te bevorderen publiceert de NVVK binnenkort een
    modeldocument met afspraken. Daarnaast levert de NVVK-campagne ‘Samen sterker in financiële hulp’ een bijdrage aan wederzijds inzicht in elkaars werk.

4. Werkdruk schuldhulpverleners en beschermingsbewindvoerders.

     Hoge caseloads leiden tot vertraging in de afhandeling van dossiers. Dit heeft volgens de
     onderzoekers ook te maken met de manier waarop gemeenten hulpverlening inkopen.

5. Financiële prikkels.
    Voor schuldenbewind is de vergoeding hoger dan voor toestandenbewind.
    Schuldhulpverleners hebben soms de indruk dat beschermingsbewindvoerders mensen     
    langer bij zich houden dan nodig is en de kantonrechter hier met een vijfjaarlijkse     
    evaluatie onvoldoende op toeziet. Wsnp-bewindvoerders merken op dat    
    schuldhulpverleners volgens hen soms te lang doorgaan. Dit kan voortkomen uit een   
    aanbesteding die gebaseerd is op het treffen van zoveel mogelijk minnelijke regelingen.

Gerelateerde artikelen

Inspiratie- en werkboek armoede, schulden en gezondheid

In het sociale domein wordt er steeds meer gericht op preventie en integrale ondersteuning waarin de financiële en de gezondheidsproblemen...

NVVK Jaarverslag 2022

De NVVK is de grootste branchevereniging voor schuldhulp en financiële dienstverlening. Uit het jaarverslag 2022 van de NVVK blijkt dat...

Financiële problemen bij huishoudens in 2018

In 2018 had 1 op de 5 huishoudens betalingsachterstanden. Dat zijn 1,5 miljoen huishoudens. Bij de helft van hen gaat het om ernstige betalingsproblemen. Het aantal huishoudens met financiële problemen…