Spring naar content

Wat werkt bij de aanpak van armoede en schulden?

31 maart 2020

Hoe kun je mensen met financiële problemen helpen? Wat werkt in de praktijk? En welke groepen mensen lopen het meeste risico om in de problemen te komen? In dit dossier staan actuele cijfers en feiten, en nieuwe aanpakken die goed lijken te werken. Dit dossier gaat over de aanpak van armoede en schulden. Dat zijn verschillende problemen, maar ze hebben voor een deel dezelfde oorzaken, gevolgen en oplossingen. Daarom kun je in je beleid en aanpak het beste met beide rekening houden. De inzichten verbreden je kennis en kun je inzetten binnen het hulp- en dienstverleningsaanbod.

Risicogroepen van armoede en schulden

Meer dan 600.000 van hen leven langer dan 3 jaar in armoede: ze hebben een inkomen onder de lage-inkomensgrens (€ 1.040 voor een alleenstaande, € 1.380 voor een alleenstaande ouder met 1 kind en € 1.960 euro voor een gezin met 2 kinderen). Dat is 4,1% van de bevolking. Ongeveer de helft daarvan heeft werk. De volgende groepen lopen het meeste risico op armoede en schulden:

  • mensen met een uitkering: arbeidsongeschikten, werklozen en mensen in de bijstand;
  • zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers);
  • mensen die laag of praktisch zijn opgeleid;
  • alleenstaande ouders, vooral alleenstaande moeders;
  • ouderen onder de AOW-leeftijd.

In Nederland hebben meer dan 700.000 huishoudens schulden. Zo’n 95.000 huishoudens hebben zich bij de schuldhulpverlening gemeld. Deze mensen hebben gemiddeld meer dan €43.000 aan schulden van gemiddeld 14 schuldeisers. De grootste groep die zich meldt met schulden, zijn alleenstaande, laagopgeleide en laaggeletterde mannen van 26-45 jaar, vaak zonder werk. Daarnaast zijn er veel mensen die na een ingrijpende gebeurtenis (life event) in de schulden komen. Bijvoorbeeld na een echtscheiding, ontslag, overlijden van een partner of kind en door arbeidsongeschiktheid.

Wat werkt bij de aanpak van armoede? 

  • Pak intergenerationele armoede aan
    Intergenerationele armoede is armoede die van generatie op generatie wordt doorgegeven. Dat komt bijvoorbeeld doordat kinderen in een arm gezin vaak minder emotionele en cognitieve vaardigheden van hun ouders meekrijgen. Of doordat de ouders hun kinderen bepaalde ideeën meegeven over werk en inkomen, of over de rol van man en vrouw. Zulke gezinnen moeten op verschillende leefgebieden geholpen worden. Denk aan werk, de relatie tussen kinderen en ouders, en de leefomgeving.
  • Verbeter het psychologisch kapitaal 
    Psychologisch kapitaal zijn de vaardigheden van mensen om hun leven te veranderen, problemen op te lossen en met stress om te gaan. Denk aan doorzettingsvermogen, zelfvertrouwen, wilskracht en creativiteit. Je kunt die vaardigheden verbeteren met bijvoorbeeld oefeningen, motiverende gespreksvoering en oplossingsgerichte begeleiding.
  • Verbeter het sociaal kapitaal 
    Sociaal kapitaal is het vermogen van mensen om hun problemen samen met anderen aan te pakken. Vaak samen met mensen met hetzelfde soort problemen. Denk aan vrouwen of migranten die kennis en tips met elkaar delen. Dat heeft ook een positieve invloed op hun psychologisch kapitaal: de sociale en emotionele steun die mensen geven en krijgen, geeft ze meer zelfvertrouwen.
  • Vergroot het maatschappelijk kapitaal
    Maatschappelijk kapitaal is het vermogen van mensen om deel te nemen aan de maatschappij. Je vergroot dat vermogen door voorzieningen als kinderopvang en openbaar vervoer betaalbaar en toegankelijk te maken. Daarbij is het belangrijk dat mensen niet worden gediscrimineerd, bijvoorbeeld vanwege hun beperking of cultuur. Geef de doelgroep zelf meer invloed, bijvoorbeeld met belangengroepen of cliëntenraden. Daarnaast kun je zorgen voor goede sociale wetgeving en regelgeving. 
  • Vergroot het economisch kapitaal 
    Betaald werk en een opleiding helpen mensen uit de armoede te komen. 40% van de mensen die in armoede leven, lukt het met betaald werk om boven de armoedegrens uit te komen. Bovendien vergroot betaald werk hun sociaal en psychologisch kapitaal. Maar betaald werk helpt niet altijd: mensen met een laag loon en zonder vast contract kunnen vaak niet rondkomen. Vooral niet omdat de kosten van wonen, energie en zorg steeds verder stijgen.

Wat kunnen gemeenten doen om armoede tegen te gaan?

  • De kosten voor mensen verlagen, door bijzondere bijstand of collectiviteitskorting via de gemeente op de zorgverzekering. 
  • Meedoen makkelijker maken, bijvoorbeeld door mee te betalen aan de contributie van een cursus of sportclub, of met een kortingspas voor culturele activiteiten.
  • Voorkomen en tegengaan dat kinderen in armoede leven, bijvoorbeeld door mee te betalen aan de zwemles of de ouderbijdrage op school. En door intergenerationele armoede te bestrijden.
  • De gezondheid verbeteren, bijvoorbeeld met programma’s waar mensen leren hoe ze goedkope en gezonde maaltijden kunnen maken. Het is ook belangrijk de chronische stress van mensen in armoede te verminderen. Dat kan bijvoorbeeld met een interventie als Mobility Mentoring, een aanpak die kijkt naar de impact van geldstress op het gedrag van mensen.
  • De ‘werkende armen’ begeleiden, een groep die uit schaamte vaak geen hulp vraagt aan de gemeente.
  • Mensen helpen om weer betaald werk te krijgen. Zo zijn sommige mensen bang om te gaan werken, omdat hun uitkering en schuldregeling dan gevaar loopt. Gemeenten kunnen daar afspraken over maken.

Wat kunnen professionals doen om armoede tegen te gaan?

  • Voeg geen stress toe. Het is belangrijk dat de begeleiding van professionals zo weinig mogelijk stress veroorzaakt bij de cliënt: dat heet stress-sensitieve dienstverlening. Dat kan bijvoorbeeld met de handvatten van Mobility Mentoring of een aanpak die daarop lijkt. Zorg ook voor een rustgevende ruimte en overzichtelijke documenten.
  • Steun je cliënt en laat merken dat je hem begrijpt. Zet bijvoorbeeld motiverende gespreksvoering in, en behandel de cliënt als gelijke.
  • Gebruik psycho-educatie: leg uit hoe stress het gedrag van mensen beïnvloedt en bespreek met je cliënt wat stress met hém doet.
  • Gebruik instrumenten die mensen helpen, zoals actieplannen voor de korte en lange termijn, to-dolijstjes, en stuur sms’jes om mensen te herinneren aan afspraken.
  • Probeer het inkomen van je cliënt te verhogen, bijvoorbeeld door te kijken of iemand recht heeft op toeslagen.
  • Gebruik beloningen, bijvoorbeeld als mensen een doel of tussendoel hebben gehaald. Denk aan kleine financiële voordelen.

Wat werkt niet om armoede tegen te gaan?

  • Stel geen waarom-vragen, want die geven mensen het gevoel dat ze iets verkeerd hebben gedaan en zorgen dus voor meer stress.
  • Vraag cliënten niet te veel over hun situatie. Ook dat veroorzaakt stress.
  • Vertel mensen niet wat ze moeten doen. 
  • Richt je aanpak niet alleen op de financiële situatie. Armoede is ingewikkeld en vraagt om een aanpak die zich richt op alle leefgebieden. Een integrale aanpak dus.
  • Stel geen limieten, bijvoorbeeld dat iemand vóór een bepaalde datum iets moet doen of betalen. Dat veroorzaakt veel stress.

Nieuwe aanpakken die goed lijken te werken

Nieuwe inzichten hebben geleid tot veel nieuwe aanpakken van armoede en schulden. Denk aan de psychologie van de schaarste. We noemden Mobility Mentoring al, maar op allerlei plekken in Nederland zijn succesvolle voorbeelden:

  • Quiet Community: mensen uit de doelgroep kunnen hier lid van worden en mogen elke maand gratis een product of dienst kiezen van bijvoorbeeld lokale ondernemers. Ze mogen iets terugdoen, maar het hoeft niet. Dat haalt mensen vaak uit hun sociale isolement.
  • Sociale supermarkt: een supermarkt voor mensen met een laag inkomen. Ze krijgen een chipknip met een bedrag dat past bij hun gezinssamenstelling. De supermarkt biedt ook hulp om hun financiën weer op orde te krijgen.
  • Single SuperMom: een organisatie die de situatie van alleenstaande moeders verbetert door trainingen en activiteiten. Zo komen de moeders meteen met elkaar in contact.
  • Thuisadministratie: organisaties met geschoolde vrijwilligers die mensen helpen weer overzicht te krijgen over hun financiële administratie.
  • Liftjeleven: een programma voor mensen die praktisch aan de slag willen met bijvoorbeeld financiën, gezondheid en milieu. De deelnemers kiezen zelf wat ze belangrijk vinden. Ze komen elke week bij elkaar en geven elkaar feedback en tips om hun doelen te halen.
  • Sociaal hospitaal: een initiatief dat zorgt dat huishoudens met veel problemen zo snel mogelijk hulp krijgen. Het motto is: eerst hulp, dan de formulieren. 
  • Speaking minds: een programma voor jongeren van 12-18 jaar uit gezinnen met een laag inkomen. De gemeente legt de jongeren een vraagstuk voor, en samen zoeken ze een oplossing. 

Wat werkt bij de aanpak van schulden?

  • Lever maatwerk: pas je aan de leefwereld en de behoeften van een cliënt aan. 
  • Zet in op vroegsignalering en preventie: hoe eerder iemand met dreigende problematische schulden hulp krijgt, hoe makkelijker het is om een oplossing te vinden. De kosten van de hulp zijn dan ook veel lager.
  • Kies een aanpak die aandacht besteedt aan weten, kunnen én handelen: veel aanpakken zijn gericht op weten (informatie) en kunnen (financiële vaardigheden), maar niet op handelen. Bij handelen gaat het bijvoorbeeld om motivatie en doorzettingsvermogen.
  • Gebruik motiverende gesprekstechnieken: zodat iemand zelf de motivatie vindt om te veranderen. 
  • Vergroot het geloof in eigen kunnen: Dat heeft een positieve invloed op gedrag. Je vergroot deze zogeheten self-efficacy bijvoorbeeld door eenvoudige communicatie. Want als iemand je begrijpt, weet hij beter wat hij moet doen. Dat geeft hem zelfvertrouwen. 
  • Leer mensen met stress omgaan (copingsstrategieën): mensen leren bijvoorbeeld een situatie beter in te schatten, of anders met emoties om te gaan. 
  • Volg MAST-principes: maak interventies zo Makkelijk, Aantrekkelijk en Sociaal mogelijk. Zorg daarbij voor een goede Timing. Schrijf bijvoorbeeld brieven en e-mails op taalniveau B1. Dat is eenvoudige taal met veel voorkomende woorden en korte, actieve zinnen.
  • Maak gebruik van ‘peer education’: een aanpak is effectiever als er bijvoorbeeld ervaringsdeskundigen (‘peers’) bij betrokken zijn.

Wat werkt niet bij de aanpak van schulden?

  • Alleen meer kennis zorgt niet voor gezond financieel gedrag. 
  • Hoge verwachtingen: door stress kunnen mensen met schulden niet goed nadenken en handelen. De regels voor incasso zijn voor hen bijvoorbeeld te ingewikkeld. 

Wat kunnen professionals doen om schulden tegen te gaan?

  • Stel je op als coach: jij geeft aan wat de regels zijn, en je cliënt maakt binnen die regels zijn eigen keuzes. Zo stimuleer je zijn zelfredzaamheid. 
  • Herken de fasen van gedragsverandering. Het is handig om te weten hoe iemand met schulden zijn eigen situatie ziet. Dan kun je je vragen daaraan aanpassen.
  • Gebruik schaalvragen: vraag iemand met schulden om een probleem een cijfer van 1-10 te geven. Als je dan doorvraagt, krijgt hij inzicht in zijn situatie. Je vraagt bijvoorbeeld: Waarom een 6 en geen 9? 
  • Zie weerstand als een signaal dat je je aanpak moet veranderen.
  • Houd de stress bij je cliënt zo klein mogelijk. Zorg bijvoorbeeld voor een prettige omgeving, neem een coachende houding aan, gebruik eenvoudige taal en geef complimenten.

Nieuwe aanpakken die goed lijken te werken

Er zijn veel nieuwe aanpakken van schulden die deze inzichten al gebruiken. Het effect ervan is nog niet onderzocht, maar de 1e resultaten zijn veelbelovend:

  • ONSbank: een programma dat jongeren met problematische schulden helpt hun leven weer op orde te krijgen. Dat gebeurt door ze een ‘schuldrustperiode’ te geven: een periode zonder deurwaarders en boetes, zodat ze tijd hebben om een baan te zoeken die bij hen past.
  • Nationaal Fonds Herstructurering Schulden: 25 organisaties (gemeenten, zorgverzekeraars, energiebedrijven en woningbouwcorporaties) werken samen om iemand binnen 4 weken uit de schulden te halen.
  • Vroeg Eropaf: een betalingsachterstand van 2 maanden wordt automatisch gesignaleerd. Er volgt dan een bezoek van een maatschappelijk werker en schuldhulpverlener. Het kan gaan om een betalingsachterstand van huur, energie of zorgverzekering.
  • Eropaf! Ondersteuning: een programma waarbij mensen met schulden hun inkomen online beheren en afspraken maken met schuldeisers. Als het nodig is, neemt een bewindvoerder kort de financiën over.
  • Fix up your life: een training voor jongeren om hun schulden te verminderen.
  • Over Rood: een programma door en voor ondernemers die te weinig verdienen.
  • MoneyFit: een project voor en door jongeren van 16-26 jaar. Waar moet je bijvoorbeeld op letten als je gaat studeren, op kamers gaat of 18 jaar wordt? De ‘jongerenmaatjes’ weten precies welke problemen jongeren hebben. Denk aan geldtekort, groepsdruk, een 1e baan of huis.
  • MoneyWays: een lesprogramma waarin jongeren van 18-26 jaar met schoolklassen in het voortgezet onderwijs en op het mbo over geldzaken en financiële problemen praten.
  • Euro-Wijzer Vluchtelingenwerk: een project om vluchtelingen te helpen bij hun geldzaken, zoals administratie, digitaal betaalverkeer, uitgaven plannen en toeslagen aanvragen.

Gerelateerde artikelen

Dossier: Wat werkt bij de implementatie van sociale interventies

Als je een nieuwe aanpak of methode op een goede manier implementeert, is deze veel effectiever. Implementatie verloopt stapsgewijs. Daarbij heeft elke fase een eigen doel. Om dat doel te…

Begrijpen, willen en kunnen

Dit rapport is gericht op het zichtbaar maken van de obstakels die lager opgeleiden tegenkomen wanneer zij zich bewegen binnen de ruimte van de publieke dienstverlening die gericht is op…

Hoe kun je een interventie op tijd bijsturen?

Met een procesevaluatie bekijk je de uitvoering van een nieuwe aanpak: wat gaat goed en wat kan beter? Deze stap-voor-stap handleiding helpt je om een interventie op tijd bij te…