Spring naar content

Hoe eerder, hoe beter

Vroegsignaleren van schulden door gemeenten

28 februari 2024

De Nationale ombudsman Reinier van Zutphen ontvangt regelmatig klachten en signalen van burgers over de toegang en kwaliteit van de gemeentelijke schuldhulpverlening en over de toegang tot inkomensvoorzieningen. Ondanks dat vanuit het kabinet steeds meer druk wordt gelegd op het belang van vroegsignalering, is het de vraag of het gemeenten lukt om signalen goed op te pakken en burgers met (dreigende) problematische schulden tijdig te bereiken. De Nationale ombudsman wil de dienstverlening van de overheid aan burgers met (dreigende) problematische schulden helpen verbeteren.

Conclusies

De conclusies uit het onderzoek geven inzicht in de praktijk van vroegsignalering bij gemeenten.

Vroegsignalering is een waardevol instrument

Gemeenten benaderen burgers proactief in een zo vroeg mogelijk stadium, waardoor (dreigende) problematische schulden kunnen worden voorkomen. Zelfs als burgers het hulpaanbod niet direct accepteren kan vroegsignalering een positief effect hebben door burgers bewust te maken van hun financiële situatie en van de mogelijkheid om hulp te krijgen van hun gemeente.

Inzet op vroegsignalering verschilt per gemeente

Gemeenten hebben bij de aanpak van vroegsignalering beleidsvrijheid. Er zijn geen strakke richtlijnen die voorschrijven waar de aanpak aan moet voldoen, behalve dat gemeenten álle signalen moet oppakken. Er zijn grote verschillen in de moeite die gemeenten doen om burgers te bereiken na ontvangst van een signaal. Dit heeft vooral te maken met de capaciteit en middelen van de gemeente. Het hangt ook af van de mate van kennis en kunde bij medewerkers.

Signalen prioriteren is lastig

Gemeenten hebben moeite om op basis van de ontvangen signalen in te schatten hoe groot de financiële problemen van een burger zijn. Gemeenten zijn gebaat bij meer informatie over de situatie van de burger zodat zij daarop hun aanpak kunnen afstemmen. Dit kunnen gemeenten zelf regelen, maar ook een goede samenwerking tussen gemeenten en vastelastenpartners kan bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van signalen.

Bereik van vroegsignalering is beperkt

Het lukt gemeenten niet om alle burgers over wie een signaal is afgegeven tijdig te bereiken en te helpen. Sommige burgers willen geen hulp vanwege schaamte of wantrouwen jegens de overheid, maar er zijn ook burgers die denken geen hulp nodig te hebben. Het is belangrijk dat gemeenten stress-sensitief werken en de moeite nemen om zo nodig meerdere contactpogingen te ondernemen. Dat vergroot de kans dat zij meer burgers bereiken en vroegsignalering tot een succes maken.

Weinig zicht op welke aanpak werkt

Gemeenten registreren informatie over hun aanpak van vroegsignalering niet allemaal op dezelfde manier of even volledig. Deze informatie is echter nodig voor het krijgen van een landelijk beeld van de effecten van vroegsignalering. De beschikbare kennis en expertise die er wel is over vroegsignalering wordt door verschillende organisaties aangeboden, maar nog niet alle gemeenten weten deze informatie te vinden of maken er in dezelfde mate gebruik van. Het zou goed zijn als deze kennis en expertise bij elkaar wordt gebracht en voor gemeenten via een centraal punt te raadplegen is.

Aanbevelingen

  • Maak persoonlijk contact met de burger
  • Verzamel data en evalueer de werking van vroegsignalering
  • Zorg voor kennis en expertise bij medewerkers
  • Versterk de samenwerking met vastelastenpartners

Gerelateerde artikelen

Checklist vroegsignalering voor beleidsmedewerkers

In 2021 treedt het wetsvoorstel Wijziging van de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening ten behoeve van de uitwisseling van persoonsgegevens (Wgs) in werking. Hierin staat dat gemeenten alle meldingen van betalingsachterstanden van…

Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden – Jaarrapportage 2022

In de jaarrapportage 2022 van de Divosa Monitor Vroegsignalering Schulden wordt een beeld geschetst van de werkwijzen en de uitvoering...

Het belang van schuldpreventie en vroegsignalering

Voor goede schuldpreventie moeten we meer weten over de omvang van de problemen en de effectiviteit van interventies. Ook hebben we meer inzicht nodig in het financiële gedrag van mensen.