Spring naar content

Rode draden notitie ‘De weg naar financiële zelfredzaamheid statushouders’

3 juni 2019

Voor gemeenten is het van groot belang om nieuwkomers in hun gemeente te ondersteunen richting financiële zelfredzaamheid. Financiële zelfredzaamheid is tenslotte een belangrijk onderdeel van hun integratie. De Inspectie SZW heeft twee onderzoeken uitgevoerd naar de mate waarin statushouders financieel zelfredzaam zijn.

De rapporten die uit deze onderzoeken zijn voortgekomen zijn gebaseerd op onderzoek en een enquête. Daarnaast is gebruik gemaakt van de uitkomsten van verschillende workshops die zijn georganiseerd, waarin de bevindingen van de onderzoeken zijn besproken met andere gemeenten.

De hoofdvraag die wordt beantwoord is in hoeverre de dienstverlening van gemeenten aansluit bij de ondersteuning die statushouders nodig hebben en de mate waarin financieel ontzorgen hun inburgering kan bevorderen. De inspectie SZW definieert financieel ontzorgen als het geheel of gedeeltelijk uit handen nemen van het beheer van inkomsten en uitgaven. Het doel hiervan is om de inburgering en arbeidsparticipatie te bevorderen, maar ook om financiële problemen te voorkomen. Daarnaast moet ontzorgen een bijdrage leveren aan de financiële zelfredzaamheid van statushouders.

Met succes naar financiële zelfredzaamheid

Statushouders die in een nieuwe gemeente gaan wonen zijn vaak nog niet financieel zelfredzaam. In de eerste periode is het inkomen vaak nog niet stabiel en zijn er nog lopende aanvragen voor toeslagen of uitkeringen. Ook na deze aanloopperiode doen zich vaak onvoorziene uitgaven voor, of hebben statushouders te maken met een overgangssituatie. Door taalproblemen, trauma’s en cultuurverschillen zijn statushouders soms extra kwetsbaar. Het is dus van groot belang dat statushouders een goede start hebben wanneer zij in een gemeente gaan wonen. De gemeente probeert hierbij te helpen door zorg te dragen voor de inkomsten waar statushouders recht op hebben. Hierbij kan je denken aan de uitkering, maar ook aan toeslagen en bijzondere bijstand.

Om statushouders naar financiële zelfredzaamheid te kunnen begeleiden moet er voldoende expertise zijn op het gebied van financiën. Daarnaast moet begeleiding erop gericht zijn om de statushouder uiteindelijk zelfstandig zijn financiële zaken te laten regelen. Continuïteit in de begeleiding kan hierbij helpen. Ook begeleiding in groepsvorm kan waardevol zijn, aangezien statushouders elkaar hierbij kunnen ondersteunen en stimuleren. Verder is de beheersing van de Nederlandse taal belangrijk.

Wanneer statushouders volledig financieel ontzorgd worden is het alsnog van belang dat er aandacht wordt gegeven aan het bieden van inzicht en het geven van uitleg over de financiële situatie van de statushouder. Verder kan samenwerking met schuldeisers verdere problemen voorkomen.

Gemeenten hebben verschillende visies op financieel ontzorgen bij statushouders. Voorstanders stellen dat het nodig is om er voor te zorgen dat schulden worden voorkomen en om statushouders meer rust en ruimte te geven, zodat zij zich kunnen focussen op inburgering en arbeidsparticipatie. Andere gemeenten zien deze voordelen ook, maar stellen daar tegenover dat de problemen alleen vooruit worden geschoven als de statushouder niet financieel zelfredzaam is. Zij benadrukken daarom dat het belangrijk is om ontzorgen gepaard te laten gaan met intensieve begeleiding richting financiële zelfredzaamheid. Daarnaast moet ontzorgen niet langer duren dan nodig, omdat het anders kan leiden tot passiviteit aan de kant van de statushouder.

Knelpunten op weg naar financiële zelfredzaamheid

Er kunnen zich knelpunten voordoen op de weg naar financiële zelfredzaamheid. Eén van deze knelpunten kan zijn dat maatschappelijke begeleiding qua inhoud en duur niet altijd aansluit bij de behoeften van statushouders. Zo staat de termijn van maatschappelijke begeleiding soms vast, onafhankelijk van het feit of een statushouder financieel zelfredzaam is of niet. Daarnaast zijn er ook risico’s die de kwaliteit van de begeleiding kunnen verminderen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan zware inzet van vrijwilligers.

Ook de overgang van maatschappelijke begeleiding naar reguliere dienstverlening kan groot zijn. Dit is voornamelijk het geval bij gemeenten waar de maatschappelijke begeleiding afzonderlijk is georganiseerd. Hierbij verloopt de overdracht soms niet optimaal. Ook kan de reguliere dienstverlening niet laagdrempelig genoeg zijn. Daarnaast kan de taal een probleem vormen, waardoor de ontwikkeling van de statushouders stroever verloopt. Ook wordt in de dienstverlening niet altijd rekening gehouden met individuele omstandigheden van statushouders. Denk hierbij aan laaggeletterdheid, lage cognitieve vermogens en trauma’s, maar ook aan het terugvorderen van toeslagen door de Belastingdienst na gezinshereniging.

Concluderend wordt in deze twee rapporten gesteld dat er voornamelijk in de beginfase intensieve begeleiding nodig is om statushouders de goede kant op te helpen. Een periode van ontzorgen kan hierbij een positieve impact hebben, maar dit moet dan wel samen gaan met de juiste begeleiding richting financiële zelfredzaamheid. Maatwerk is noodzakelijk: hierdoor wordt voorkomen dat op een later moment alsnog extra dienstverlening vanuit de gemeente nodig is.


Gerelateerde artikelen

KIS wijkmonitor 2021: grote verschillen tussen bewonersgroepen

Het Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) heeft de leefomstandigheden van iedere gemeente op wijkniveau in kaart gebracht. Dit geeft een beeld...

Praktijkdag – Statushouders op weg naar een financieel gezond leven

Sandy Nijhuis ging in gesprek met Mariska van Dijk (budgetcoach Base to Work) en Tewelde Yared Fetere (participatietrainer Base to Work) over statushouders met...

Statushouders op weg naar een financieel gezond leven

Mariska van Dijk is budgetcoach bij Base to Work, Tewelde Yared Fetere is participatietrainer bij deze organisatie. Zij stellen dat...