Spring naar content

Toolkit begeleiding jongeren naar zelfstandigheid

26 oktober 2017

In deze toolkit vinden gemeenten en professionals informatie en tips om jongeren in een kwetsbare positie te begeleiden naar zelfstandigheid. De toolkit geeft praktische informatie over wetgeving, het toekomstplan, stappenplannen en praktijkvoorbeelden.

Tussen de 16 en 27 jaar doorlopen jongeren een fase waarin we steeds meer zelfstandigheid en zelfredzaamheid van hen verwachten. Ze gaan zelfstandig wonen, hun eigen geld verdienen en moeten steeds meer beslissingen zelf nemen. Bij ongeveer 85% van de jongeren lukt dat wel, met de hulp van ouders en vrienden. 

Maar ongeveer 15% van de jongeren (ruim 350.000) bevindt zich in een kwetsbare positie en heeft moeite met die veranderingen. Leren, werken, sociale relaties en zelfstandigheid gaan bij hen niet vanzelf. Ze hebben ondersteuning nodig bij de overgang naar volwassenheid. 

Aanpak 16-27 heeft een handreiking voor gemeenten en professionals gemaakt om hen te begeleiden. De toolkit is een beknopte versie daarvan. Aanpak 16-27 is een samenwerkingsverband van het Rijk, gemeenten, het Nederlands Jeugdinstituut, Movisie, Divosa en de VNG om jongeren in een kwetsbare positie op weg te helpen naar volwassenheid.

Welke jongeren hebben begeleiding nodig?

  • Jongeren met een lichte verstandelijke beperking.
  • Risicojongeren: hebben problemen die een risico vormen voor hun ontwikkeling. Ze zijn bijvoorbeeld mishandeld of hebben verslaafde ouders.
  • Spookjongeren: staan niet ingeschreven in de Basisregistratie Personen, bijvoorbeeld vanwege schulden of criminaliteit.
  • Onzichtbare jongeren (ook wel ‘niet-melders’ genoemd): zijn buiten beeld omdat ze niet werken, leren of een uitkering ontvangen. Veel van hen zijn met justitie in aanraking geweest.
  • Probleemjongeren, zoals jongeren met een gedragsstoornis, persoonlijke problemen of gezinsproblemen.
  • Overbelaste jongeren: hebben een opeenstapeling van problemen.
  • Dak- en thuisloze jongeren of zwerfjongeren.
  • Voortijdige schoolverlaters.
  • Vluchtelingen en asielzoekers.

Wat kunnen gemeenten doen?

Door de decentralisatie kunnen gemeenten de problemen van deze jongeren integraal aanpakken. Deze 10 stappen helpen gemeenten om een integrale aanpak te ontwikkelen en in te voeren:

  1. Bepaal de doelgroep en analyseer de lokale situatie: Om welke groep gaat het precies? Ga met ze in gesprek. Analyseer het probleem en de oorzaken. Verzamel cijfers.
  2. Zorg dat jongeren en hun ouders voortdurend betrokken zijn bij het beleid en de uitvoering ervan. Zij weten het beste waar ze tegenaan lopen.
  3. Inventariseer welke partners er bij je aanpak betrokken zijn en wat hun rol is. Zorg dat ze overleggen en samenwerken.
  4. Bepaal samen met de jongeren en de partners welke doelen je wilt bereiken, zodat iedereen erachter staat.
  5. Vertaal elk doel naar duidelijke en meetbare resultaten. Spreek ook af hoe je preventieve activiteiten gaat meten. Zo kun je monitoren of je vooruitgang boekt.
  6. Ga na of de voorzieningen en activiteiten in je gemeente aansluiten bij de doelen die je wilt halen. Wat is er nog nodig? Wat kunnen en willen partners doen om de doelen te halen? Spreek af wie wat doet.
  7. Bepaal kwaliteitseisen. Ga na of de diensten die je inkoopt en de partners die subsidies krijgen, aan die eisen voldoen. Controleer dat regelmatig en stuur bij als dat nodig is.
  8. Gebruik de beleidsruimte in de wet- en regelgeving. Wees creatief. Verderop volgen 5 mogelijkheden die de wet biedt.
  9. Bepaal en monitor de resultaten: Vraag je partners om gegevens over de resultaten. Stel vast aan welke regels die gegevens moeten voldoen. 
  10. Verbeter je aanpak. Als je de resultaten weet, kun je gaan bijsturen. Bespreek met de partners welke acties nodig zijn om je aanpak te verbeteren, zowel bij hen als bij de gemeente. Zo ontstaat een voortdurende verbetercyclus.

5 tips voor gemeenten over de wet- en regelgeving

Wat de overgang van jeugd naar volwassenheid zo lastig maakt, is dat er veel verschillende wetten zijn die met elkaar samenhangen. Het is lastig om al die wetten te vertalen naar de situatie van een individuele jongere. Maar er kan meer dan je denkt. De wet- en regelgeving biedt genoeg ruimte om jongeren te ondersteunen:

  1. Soms is het voor een jongere die hulp krijgt via de Jeugdwet prettig als hij diezelfde hulp ook na zijn 18e verjaardag blijft krijgen. Maak daarom gemeentelijk beleid voor zogeheten verlengde jeugdhulp. 
  2. Zorg voor integrale inkoop van Wmo-ondersteuning en jeugdhulp. Dat maakt het eenvoudiger om de hulp aan jongeren na hun 18e te laten doorlopen. Sommige gemeenten overleggen met zorgaanbieders of doorlopende zorg van 16-27 jaar mogelijk is.
  3. Gebruik mentorschap of mentoring om jongeren te ondersteunen. Mentorschap is een wettelijke maatregel: een mentor vertegenwoordigt iemand die niet zelf voor zijn belangen kan opkomen. De mentor let op goede zorg, verpleging, behandeling en begeleiding. Mentoring is laagdrempelige en preventieve ondersteuning door een vrijwilliger.
  4. Pas maatwerk toe: de Participatiewet biedt ruimte om maatwerk te bieden in de financiële ondersteuning van jongeren. Zo kun je bijvoorbeeld jongeren die uit de gevangenis komen of die dreigen uit te vallen op school alvast een bijstandsuitkering toekennen, nog voordat ze op zoek gaan naar werk of opleiding.
  5. Geef jongeren van 16-17 jaar begeleiding naar werk. Die mogelijkheid is in de Jeugdwet beperkt, maar kun je betalen uit het budget voor onderwijs of de Participatiewet. 

Wat kunnen professionals doen?

Professionals in het sociale domein hebben de taak om de zelfredzaamheid van kwetsbare jongeren te bevorderen. De professional moet integraal werken: hij kijkt naar alle leefdomeinen. Het uitgangspunt daarbij is niet de leeftijdsgrens van 18, maar de wensen en behoeften die de jongere voor zijn toekomst heeft. De handreiking bevat een stappenplan en tips om professionals daarbij te helpen. 

Maak samen met de jongere een toekomstplan

In dit plan staat welke ondersteuning een jongere nodig heeft op de verschillende domeinen. Alle professionals die bij een jongere betrokken zijn, werken met ditzelfde toekomstplan. Zo zorg je voor een integrale aanpak.

Een toekomstplan moet aansluiten bij de motivatie en leefwereld van de jongere. En het moet aan bepaalde voorwaarden voldoen, zoals:

  • De jongeren staat centraal in het plan.
  • Het plan richt zich op de toekomst.
  • Het plan gebruikt en versterkt de eigen kracht van de jongere: ‘empowerment’.
  • Alle leefgebieden komen in het plan aan bod: studie, wonen, inkomen, gezondheid, vrije tijd en relaties.
  • De sociale omgeving is onderdeel van het plan: je betrekt er een of meer mensen bij en spreekt af wat hun rol is.
  • Het plan heeft heldere doelen en een goede planning.
     

Gerelateerde artikelen

Onderzoek Week van het geld 2019

Hoe gaan kinderen in groep 6, 7 en 8 met geld om? Hoe denken ze over geld en wat vinden ze belangrijk?

Financiële situatie alleenstaande jongeren Enschede

Alleenstaande jongeren die op zichzelf wonen, komen elke maand geld tekort. Of ze nu studeren, bijstand krijgen of een minimumloon verdienen. Dat blijkt uit een onderzoek door het Nibud in…

Zo ouder, zo kind?

In het kader van “de Week van het geld” heeft I&O Research in opdracht van Wijzer in geldzaken een onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek is gericht op de gelijkenissen tussen jongeren…