Voorzieningen

Welke hulp is er allemaal voor mensen met schulden? En naar welke vorm van hulp verwijs je jouw cliënt met een bepaald probleem door? In deze handreiking vind je een overzicht en een routekaart.

Deze handreiking is bedoeld voor professionals die niet dagelijks werken met cliënten met schulden, maar er wel mee te maken krijgen. 

Ontdek je dat jouw cliënt schulden heeft of is de kans daarop groot? Dan kun je hem doorverwijzen. In deze handreiking vind je een overzicht van allerlei soorten hulp voor mensen met schulden of dreigende schulden: van het Juridisch Loket tot budgetcoaches, en van gemeentelijke schuldhulpverlening tot de Voedselbank.

De handreiking bestaat uit 3 delen: 

1. Een overzicht van alle soorten hulp. Met uitleg over wat de hulp inhoudt, voor wie die is bedoeld en wat het de cliënt oplevert. Ook krijg je uitleg wanneer je niet naar deze soort hulp kunt doorverwijzen.
2. Een tabel waarin je kunt kijken welke soort hulp het beste past bij de problemen van jouw cliënt. Bij elk probleem staan minimaal 2 mogelijkheden. Zo kan je cliënt kiezen welke soort hulp het beste bij hem past.
3. Een routekaart waarmee je stap voor stap kunt bepalen naar wie je jouw cliënt het beste kunt doorverwijzen.

Hoe bepaal je naar wie je een cliënt doorverwijst?

Als je een cliënt wilt doorverwijzen, moet je niet alleen naar zijn probleem kijken, maar ook naar de persoon. Hoe zelfredzaam is hij en hoe ernstig zijn de schulden? Afhankelijk daarvan zoek je de soort hulp die bij hem past. 

Er zijn grofweg 3 soorten problemen waarvoor je een cliënt doorverwijst:

1. Juridische problemen, zoals onduidelijkheid over loonbeslag of vorderingen door de overheid of een incassobureau. Je kunt een cliënt dan doorverwijzen naar het Juridisch Loket of een bureau voor sociaal raadslieden. Een zelfredzame cliënt kun je ook doorverwijzen naar bepaalde websites.
2. Beperkte financiële zelfredzaamheid. Als dat het probleem van je cliënt is, is het belangrijk dat hij zijn financiën zo snel mogelijk op orde krijgt. Je kunt hem doorverwijzen naar een budgetcoach, budgetbeheerder of bewindvoerder. Zo voorkom je dat je cliënt schulden krijgt of dat zijn schulden verergeren. 
3. Ernstige schulden. Om ernstige schulden op te lossen, verwijs je een cliënt door naar bijvoorbeeld de gemeentelijke schuldhulpverlening, het sociaal wijkteam, vrijwillige schuldhulpverlening of de gemeentelijke kredietbank.

Heeft je cliënt ook andere problemen?

Veel cliënten hebben naast schulden ook andere problemen, die met hun schulden te maken hebben. Die problemen kunnen de oorzaak van de schulden zijn, maar ook het gevolg. Je cliënt zegt daar misschien niets over, omdat zijn geldzorgen alle aandacht vragen. 

Wil je weten of je cliënt andere problemen heeft en welke dat zijn? Vraag dan door. In de handreiking ‘Gespreksvoering’ staan voorbeelden van vragen die je kunt stellen om snel inzicht te krijgen in de totale situatie van je cliënt. 

Bij twijfel kun je een cliënt altijd doorverwijzen naar de gemeentelijke schuldhulpverlening. Ook als hij niet wordt toegelaten tot gemeentelijke schuldhulp, krijgt hij bij de gemeente vaak persoonlijk advies over de stappen die hij kan zetten. Is je cliënt niet toegelaten tot de gemeentelijke schuldhulp? Zoek dan andere hulp voor hem, bijvoorbeeld particuliere of vrijwillige schuldhulpverlening.