Spring naar content

Inspiratie- en werkboek armoede, schulden en gezondheid

Werken aan preventie

13 juni 2018

In het sociale domein wordt er steeds meer gericht op preventie en integrale ondersteuning waarin de financiële en de gezondheidsproblemen worden verbonden. Het ‘Inspiratie- en werkboek armoede, schulden en gezondheid’ is ontwikkeld met pioniers van zes projecten. In deze projecten wordt gewerkt aan een gecombineerde aanpak van armoede, schulden en gezondheidsproblemen. Dit inspiratie- en werkboek is gebaseerd op de projecten en inzichten van de pioniers en experts. De inzichten kun je inzetten binnen het hulp- en dienstverleningsaanbod.

Beleidscontext

In hoofdstuk 1 wordt de beleidscontext beschreven van de beweging naar een preventieve en meer integrale aanpak van armoede, schulden en gezondheid. Armoede en schulden hebben een negatief effect op de gezondheid. Om het ontstaan van een negatieve spiraal te voorkomen, is het van belang dat problemen voorkomen of vroegtijdig gesignaleerd worden. 

Vroegsignalering

Vroegsignalering is van belang in beleid en uitvoering, omdat het in het beginstadium nog relatief makkelijk is om de financiële problemen op te lossen en vroegsignalering minder schade voor de schuldeisers oplevert. Voor vroegsignalering is het van belang dat de potentiële doelgroep wordt geïdentificeerd en er daarna contact opgenomen wordt met de doelgroep. In het inspiratie- en werkboek worden tips gegeven over het contact leggen met de doelgroep vanuit drie routes. Daarnaast kan men de volgende handvatten gebruiken om zelf aan het werk te gaan met vroegsignalering:

  • Identificeer de doelgroep: op welke doelgroep gaat er gericht worden? Baken de doelgroep helder af. 
  • Bepaal de inzet: bepaal waarop de vernieuwing ingezet wordt.
  • Zoek partners: welke partners kunnen hulp bieden bij de verdere ontwikkeling van de preventie-aanpak?
  • Naar de eigen organisatie kijken: bedenk welke voorwaarden nodig zijn om de inzet van de pilot te realiseren. 

Samenwerken

Samenwerking is van belang voor vroegopsporing en preventie van financiële en gezondheidsproblemen. Organisatieadviesbureau Twynstra Gudde onderscheidt drie coalitievormen, namelijk de directieve coalitie, de collectieve coalitie en de connectieve coalitie. Wanneer een niet-passende coalitievorm ingezet wordt, kan dit voor flinke spanningen zorgen. 

De volgende handvatten kunnen gebruikt worden om een goede, vruchtbare samenwerking vorm te geven:

  • De grondvorm van de samenwerking bepalen: bepaal of er in een directieve, collectieve of connectieve coalitie samengewerkt gaat worden.  
  • Het maken van een halen/brengen-kaart: maak de ambities en belangen inzichtelijk door middel van de halen/brengen-kaart (is vooral van belang bij de collectieve coalitie).
  • Breng de meerwaarde van de samenwerking in beeld: door middel van de ‘Omgekeerde wereld’-tool kan er meer open gekeken worden naar de meerwaarde van de samenwerking; er wordt in kaart gebracht wat er wegvalt als de samenwerking stopgezet wordt.

Vrijwilligers of ervaringsdeskundigen

De volgende doelen worden verbonden aan het samenwerken met vrijwilligers of ervaringsdeskundigen: 

  • Het vervullen van een brugfunctie naar professionele hulp.
  • Het begrijpen van het perspectief van de cliënt.
  • Het leveren van meer en aanvullende steun.
  • Hulp bieden bij het ontwikkelen van nieuwe aanpakken en feedback geven op implementatie en hulpmiddelen. 
  • Meer kansen voor de vrijwilligers of ervaringsdeskundigen om hoger op de maatschappelijke participatieladder te komen.
  • Kostenbesparing.

Bij de inzet van vrijwilligers of ervaringsdeskundigen is het extra van belang dat er afspraken worden gemaakt over verantwoordelijkheden, beoordelingen/evaluaties en vergoedingen. Daarnaast moet het brengen en halen tussen de organisatie en de vrijwilliger(s) in balans zijn. In het inspiratie- en werkboek wordt een stappenplan aangeboden waarmee gemeenten en andere organisaties hun project op het gebied van samenwerken met vrijwilligers en ervaringsdeskundigen kunnen aanscherpen. 

Monitoren en evalueren (M&E)

De volgende vier basisvragen helpen bij het definiëren van heldere kaders, zodat de monitoring en evaluatie doelmatig en naar verhouding ingericht kan worden:

  1. Voor wie wordt de monitoring en evaluatie uitgevoerd?
  2. Wat is het doel van de evaluatie?
  3. Welke data/informatie is relevant?
  4. Wat zijn de praktische randvoorwaarden?

Wanneer de data, de kwalitatieve verhalen en de andere informatie overtuigend overgebracht kunnen worden, is de M&E succesvol. 

Gerelateerde artikelen

Zorgen voor burgers: knelpunten bij de toegang tot zorg

Het zorgstelsel is voor veel mensen een doolhof. De Nationale ombudsman onderzocht waar mensen tegenaan lopen als ze zorg of ondersteuning willen aanvragen. Hij geeft een overzicht van de gesignaleerde…

Stresstest huishoudens

Het CPB en de AFM hebben een onderzoek uitgevoerd naar de mate waarin Nederlandse huishoudens financiële schokken kunnen opvangen. Het onderzoek richt zich op de vraag of huishoudens in staat…

Monitor financieel gedrag 2017

Wijzer in geldzaken meet jaarlijks het financiële gedrag van Nederlanders. In 2017 is hun financiële situatie beter, vergeleken met de jaren ervoor.